De biografie van Hugo Brand Corstius (HBC) is uitgekomen en overal kun je de recensies lezen. Wat ik als groot liefhebber dan ook heb gedaan. En in die recensies worden herinneringen opgeduikeld door de recensent, meestal een oudere man. Lang verhaal kort, ik ging ook zoeken en kwam dit tegen.
Voor de jongere lezers: HBC was een veelschrijver maar ook een wiskundige en was er al vroeg bij in het nieuwe vakgebied informatica. Hij is ook de vader van Aaf, Merel en Jelle Brandt Corstius. Wat je zo meteen gaat lezen schreef hij in 1965, 60 jaar geleden. Een encyclopedie is een set boeken die mensen vroeger thuis in de boekenkast hadden staan.
Je leest ook de term ptt, dat stond voor Staatsbedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie, in de context hier moet je denken aan kpn, t-mobile of ziggo/vodafoon, maar dan wel als een staatsbedrijf.
Dat is alles wat ik er nu over wil zeggen. Lees het en verbaas je.
Hollands Maandblad, mei 1965
Nationaliseer het denkvermogen
In mijn straat staan zeker honderd sets encyclopedieën, in heel Nederland wel over het miljoen. Een centrale computer kan de beste, meest up to date encyclopedie herbergen en iedere abonné op het denknet kan op elk moment elke informatie krijgen die hij vraagt. Wat je nu per telefoon kan horen is tijd en weerbericht, en iets terugzeggen is er niet bij. Waarom niet het Turkse woord voor ‘voetbal’ en de uitkomst van 719037 x 42,6393?
Nu is men op één krant geabonneerd en wie eens een andere wil inzien moet naar kiosk of leestafel. Waarom zouden we niet aan de centrale allesweter vragen: ‘Wat schreef Het Parool van eergisteren over de Dominicaanse Republiek? En vertel gelijk welke kranten er net zo over dachten, en welke niet.’ Oordelen kunt u dan zelf.
Het is nu duidelijk waarom ik de term ‘de computer’ en niet ‘computers’ gebruik. Er hoort maar één computer te zijn, zoals er maar één telefoon is. Het denkwerk dat in de ene computer wordt gedaan is nl. niet onafhankelijk van het denkwerk dat in de andere wordt gedaan. Waarom daar dan mensen tussen gezet? Om het de fabrikant makkelijk te maken de losse computers te verkopen? Wie vuur wil hebben, vraagt een voorbijganger om een vuurtje, zo zal straks thuis een soort telefoon het antwoord van 719037 x 42,6393 vragen.
De computer, zo luidt het axioma, kan alles wat redelijk is. Een niet geringe verdienste is dan ook dat men de redelijkheid van allerlei zaken moet gaan onderzoeken. De computers die in het Pentagon staan voor de berekening van de strategie in de derde wereldoorlog, zijn misschien zelf niet zo nuttig. Maar het denkwerk dat aan de programmering van die machines vooraf is gegaan is uiterst nuttig: een paar mensen weten tenminste zonder frasen en emoties wat de gegevens van het probleem precies zijn. Mensen, zo luidt een ander axioma, zijn de redelijke wezens. Voor ieder mens dient de toegang tot de computer vrij te zijn. Dit kan alleen als er een centrale computerinstallatie is. Alleen de staat kan dat organiseren.
Het menselijk denkvermogen wordt in universiteiten (en ook wel op andere plaatsen, hoor) gecultiveerd. Iedereen vindt het normaal dat die universiteiten gemeenschappelijk bezit zijn. Zo behoort ook het mechanische denkvermogen gemeenschappelijk bezit te zijn.
Ter vervanging van de individuele hand werden krachtbronnen gevonden, resulterende in de electrische stroom. De electriciteit wordt door de overheid onze huizen binnengeleid. Ter vervanging van de individuele monden en oren werd het briefpapier, de telefoon en de radio uitgevonden; die worden door de ptt in ons huis gebracht. Ter gedeeltelijke vervanging van onze hersenen is de computer uitgevonden. Die hoort ook door de overheid in ons huis te worden gebracht. Gedeeltelijke vervanging, want de computer is vooral geschikt voor het vervelende, repeterende, stompzinnige denkwerk.
Raoul Chapkis
Bron: Athenaeum Boekhandel | Het beste van Hugo Brandt Corstius volgens Hugo Brandt Corstius