Mijn nichtje is nu voor een half jaar in de Deense hoofdstad aan het studeren (waarschijnlijk ook andere activiteiten daar aan het ontplooien) en dat zorgde dat ik moest denken aan dertig jaar geleden. Toen was ik ook in Denemarken, niet voor de studie maar heb er wel wat geleerd. Tijdens mijn eerste bezoek aldaar had ik een bijzondere ervaring. Ik vroeg mij nichtje om haar eerste indruk te onthouden, we zouden dan kunnen kijken of ons het zelfde opviel. Natuurlijk is de kans groot dat Denemarken na 30 jaar veranderd is, daar komt bij dat ik mijn ervaring had in het provincie stadje Odense en zij in de metropool Kopenhagen.

Laat ik hier opschrijven wat mij toen, in oktober 1994 op een zonnige namiddag zo opviel.
De liefde, of het toeval, had mij naar Odense gebracht. Het zal een vakantieweek zijn geweest dat ik daarom de tijd had om een paar dagen met de trein naar Odense te gaan. Zij moest nog naar school en dat zorgde dat ik overdag alleen door het stadje dwaalde. Na een bezoek aan het Hans Christian Andersen museum liep ik wat doelloos rond. Een onbestemd gevoel kreeg ik terwijl ik daar door het centrum van Odense liep, iets klopte er niet. Maar wat was het? Plots zag ik het, er ligt helemaal nergens afval op de grond, het is hier schoon, maar dan echt belachelijk schoon. In ieder geval zo schoon dat het voor mij haast onnatuurlijk aanvoelde. Ik vermoede dat de Denen, in ieder geval die op het eiland Fyn verbleven, braveriken zijn. In die week leerde ik ook dat alle Denen degelijke fietsverlichting hadden, iedereen had voorop een werkend wit licht en achterop een rode lamp. Niet de toen Nederlandse gangbare variant met dynamo maar op batterijen en afneembaar. (Fietshelmen waren toen nog voor basisschoolkinderen, maar als ik de berichten mag geloven rijden ze daar nu bijna allemaal met hoofdbescherming).
Al bij al kon ik wel de conclusie trekken dat ze met zijn alle daar erg aan de sociale regels hielden. Ik gaf ze de bijnaam Zwitserse Scandinaviërs, al ben ik nooit in Zwitserland geweest.
Andere opmerkelijk dingetjes
In de Deense trein zat een hypermoderne lichtkrant die de aankomsttijd aangaf voor de komende stations en duidelijk aangaf wat het eerst volgende station was. Iets wat echt pas jaren later in de treinen van de NS zou komen.
Credit cards, iedereen had ze en je kon er overal mee terecht, mijn vriendinnetje had er een en in een cafeetje betaalde je er je drankjes mee.
Deens is een lastige taal maar geschreven kon je er wel mee uit de voeten. Als je hardop uitspreekt wat je ziet staan dan kun je vaak het meeste van een zin wel begrijpen. Je moet wel even weten dat og = en, en = een, eller = of, godt = goed. Wat wel superhandig is aan het Deens is het vervoegen van werkwoorden:
ik ben | jeg er | ik heb | jeg har |
jij bent | du er | jij hebt | du har |
hij is | han er | hij heeft | han har |
wij zijn | vi er | wij hebben | vi har |
jullie zijn | i er | jullie hebben | i har |
Nog een leuk weetje, de griekse-y wordt in het Deens uitgesproken als een u, muziek of muur. En alle Engelse plaatsnamen die eindigen op -by, zoals Rugby, Derby, Grimsby komen uit het oud Noors.