Er is een werkwoord, bricoleren, en ik verwacht niet dat je dat de afgelopen maand hebt gebruikt in schriftelijke of mondelinge communicatie. Ik heb het tot vandaag nog nooit gebruikt en het is nu voor het eerst dat ik het opschrijf. Het staat in het woordenboek, echt waar.
biljart over de band spelen
Als je ooit iemand hebt zien biljart spelen dan snap je wat het betekent.

Maar vandaag hebben we niks aan deze kennis want het gaat over een gebricoleerd bed.
Misschien moeten we ons licht opsteken bij de Fransen, misschien hebben zij een werkwoord dat hier op lijkt.
Bricoler
bricoler
verbe intransitif
(de bricole)
1. Gagner sa vie à des besognes variées, peu durables, à de petits travaux.
2. S’occuper à de petits travaux manuels de réparation, d’agencement, etc., chez soi ou chez des particuliers : Passer son dimanche à bricoler.
bricoler
verbe transitif
1. Arranger, réparer, fabriquer quelque chose : Bricoler l’installation électrique.
2. Procéder à des modifications techniques sur un appareil, un mécanisme, le plus souvent par fraude : Bricoler un moteur pour augmenter sa puissance.g.mv.
De twee betekenissen liggen dicht bij elkaar,
prutsen
onovergankelijk werkwoord
(van bricole)
1. De kost verdienen met klusjes die niet lang duren.
2. Zich bezighouden met kleine handmatige klusjes van reparatie, inrichting, enz., thuis of in privéwoningen: je zondag doorbrengen met sleutelen.
sleutelen
transitief werkwoord
1. Iets regelen, repareren, maken: De elektrische installatie in elkaar zetten.
2. Technische veranderingen aanbrengen aan een apparaat of mechanisme, meestal door te frauderen: Sleutelen aan een motor om het vermogen ervan te verhogen.g.mv.
Al met al, niet heel positief, of prutsen of frauduleus bezig zijn.
Wat kan dan een gebricoleerd bed zijn. Onze Vlaamse vrienden bedoelen (waarschijnlijk) dat het bed in elkaar geprutst is, niet een Auping bed maar met afvalmateriaal iets gemaakt waar een matras op kan.
De foto die bij het artikel staat maakt veel duidelijk

Behalve het werkwoord bricoleren kun je ook een bricoleur zijn die bricolage maakt.