Drie dagen geleden haalde Ruben Van Gucht en Paul Herygers herinneringen op met het Nederlands Nederlandse woord priegelwerk, vandaag leerde ze een nieuw woord. Weer van dezelfde Lars van der Haar, hij had het over kneiterknap volhouden.
En inderdaad geeft de Dikke van Dale aan dat alles wat begint met kneiter Nederlands Nederlands is, en nu weet ik ook dat het in België onbekend is.
Leuk feitje, het lijkt een nieuw wood te zijn. Pas in oktober 2007 wordt het voorvoegsel kneiter- toegevoegd aan het woordenboek. Als zelfstanding naamwoord pas in 2014.
Voor Ruben: je kunt knieter bijna overal voorzetten:
als eerste lid in samengestelde bijvoeglijke naamwoorden ter aanduiding dat de door het tweede lid genoemde hoedanigheid in zeer hoge mate geldt: kneiterdruk, kneitereng, kneitergek, kneitergoed, kneiterhard, kneiterheet, kneiterzot
Bedenk maar dat je het gebruikt als het voorvoegsels kei-, van onder andere keilekker.
Compliment
Zondag had Ruben het nog over Ooissterwijk, vandaag sprak hij het goed uit, Oosterwijk (ook al schrijf je Oisterwijk).