Vandaag het woordje attest, de opkomt en ondergang van een woord. En dat gebeurt met heel veel woorden, daar is attest niet uitzonderlijk in. Het is ook weer een gevalletje, weg in Nederland, blijvertje in België. In Nederland wordt het zo goed als alleen gebruikt in combinatie met medisch, in België heeft het nog de oude betekenis en wordt het veelvuldig gebruikt.
Opkomst en ondergang
![](https://frank.gototheframe.nl/wp-content/uploads/2023/11/delpher-attest-1024x325.png)
In 1654 komt het voor het eerst in de krant om vanaf de tweede helft van de achtende eeuw vaker voor te komen. Die twee pieken zijn in 1900 en 1905, dan met meer liefst 1756 keer het woord attest. De piek daarna komt in 1940 met 990 vermeldingen. Een snelle blik levert dat het dan ook al het vaak om een medisch attest gaat of een “van den behandelenden geneesheer“.
Maar wat is een attest dan eigenlijk?
schriftelijke verklaring die tot staving van iets moet dienen
≈ getuigenis, getuigschrift
In Nederland kom je het zo goed alleen nog tegen voor een medisch attest, bij de NOS wordt het eigenlijk alleen nog maar door de sportredactie gebruikt.
Maar in België is het woord nog van belang omdat er op middelbare scholen met attesten wordt gewerkt. Als ik het goed begrijp is het je overgangsrapport, en je hebt er de A B en C variant. En in plaats van een diploma moeten Vlaamse schoolkinderen het doen met een studiebewijs.
En ook in allerlei andere manieren komt het woord nog voor:
Vlaamse regering plant één attest voor bouwen, verbouwen en verkopen | VRT NWS
“Complexiteit van scores, attesten en fiches wordt bijzonder groot” | VRT NWS: nieuws
En ook het Medisch attest is in België bekend maar ook in allerlei andere vormen van bewijsbriefjes.
Waarmee ik vandaag verklaar dat attest Belgisch-Nederlands is en dat medisch attest in het hele taalgebied bekend is.