Dada

In een bericht dat wat prominenter bij VRTNWS wordt gepresenteerd dan bij de NOS wordt uitgebreid stilgestaan bij de afgelopen synoden.

Einde van bisschoppensynode: wat is er nu bereikt? "De Kerk verandert heel erg traag"
Synode Vaticaan voorbij: slijtageslag met kleine stapjes richting kerkvernieuwing

Bij de VRT lees ik deze zin:

Ook veel besproken, wegens een dada van de paus, is de invulling van het priesterschap. Hun opleiding, hun taak, hun plaats in de samenleving en in de parochies. 

VRTNWS

Deze kende ik nog niet, wel het kinderwoordje en de kunststroming maar zoals het hier staat, geen idee.

Snel kijken in de Dikke van Dale, het lemma heeft drie varianten.

dada1 tw
dada2 zn
dada3 zn

Frans 1 BE; in­for­meel stok­paard­je

Maar bedoelen de Fransen met dada het kinderspeelgoed of de figuurlijke variant?

Grappig genoeg gebruiken de Fransen het op precies dezelfde manier als wij. Zowel kinderspeelgoed als je favoriet gespreksonderwerp/idee. En om het nog leukerder te maken. Dat Engels hobby-horse, dat La Rousse benoemt, wel de Engelsen…

hobbyhorse Merriam-Webster

Precies hetzelfde, speelgoed en je favorite onderwerp om andere meelastig te vallen (a topic to which one constantly reverts).

Bij Merriam-Webster staat ook nog een “Did you know”, lees maar even mee:

Did you know?

Does your favorite hobby involve a horse? Whether it does or not, the word hobby is undeniably equine: it’s a shortening of the older term hobbyhorse. And in a strange etymological twist, the word hobbyhorse is itself a product of an older word hobby that in the 1400s referred to a small or medium-sized horse, especially one that moved at a gentle pace. By the mid 1500s, hobby horse was being used to refer to a horse costume worn by a person participating in a morris dance or other performance, and then to a toy consisting of a stick with a toy horse’s head at one end that a child pretends to ride. By the next century the literal horse was unneeded, and hobbyhorse could refer to a favorite pursuit or pastime—that is, our modern hobby. From pastime, the meaning of hobbyhorse was extended to “a subject that someone returns to repeatedly, especially in conversation.” This sense is typically encountered in such phrases as “get on one’s hobbyhorse” or “ride one’s hobbyhorse.”

Merriam-Webster over hobbyhorse

Om het af te ronden, wat denk je dat de Duisters met een Steckenpferd bedoelen naast het kinderspeelgoed?

sein Steckenpferd reiten (scherzhaft: sich seiner Liebhaberei widmen; über ein Lieblingsthema immer wieder sprechen; vgl. englisch to ride one’s hobby-horse)

op je stokpaardje rijden (schertsend: je aan je hobby wijden; steeds maar weer over een favoriet onderwerp praten; vgl. englisch to ride one’s hobby-horse)

Duden.de

Ik heb nu een nieuw stokpaardje.


Bron: Einde van bisschoppensynode: wat is er nu bereikt? “De Kerk verandert heel erg traag” | VRT NWS: nieuws